Soms gebruik je in het vuur van het betoog woorden waarvan je niet helemaal precies weet of je ze wel de juiste betekenis meegeeft. Onlangs overkwam mij dat. In een discussie over de hedendaagse neiging om alles te willen meten en overal een prijs op te plakken, riep ik dat kunst en cultuur niet per se van een prijskaartje hoeven te worden voorzien. Je weet zo ook wel dat ze onmisbaar zijn in een geciviliseerde samenleving en dat je daar dus wat voor over moet hebben. Dat je - en nu komt het - de waarde van kunst en cultuur niet altijd maar moet willen ‘economiseren’. Dat er ook nog zoiets bestaat als een intrinsieke waarde, de waarde die iets heeft omdat het tot het wezen van - in dit geval - een gezonde samenleving behoort. In januari besteede ik er hier ook al aandacht aan. Onze regering vindt namelijk niet zoveel van kunst en cultuur, behalve dat deze ‘verdiencapaciteit’ moeten hebben. En anders schaffen we ze maar af. Dàt banale idee komt voort uit de neiging om alles te ‘economiseren’, zei ik dus. En gelukkig begreep mijn gesprekspartner meteen wat ik ermee bedoelde. Maar tòch ... op het moment dat ik het zei twijfelde ik al. Ik meende het ooit eens in een iets andere betekenis te hebben gehoord. Dus ik zocht het thuis meteen op. En ja hoor, het betekent strikt genomen gewoon ‘bezuinigen’ of ‘uitsparen’ en we hebben het geleend van het Franse ‘économiser’, dat hetzelfde betekent. En dan zijn we dus, via een omweggetje, vreemd genoeg toch weer gewoon bij wat onze regering met kunst en cultuur wil gaan doen, namelijk de economie als enige criterium voor goede kunst hanteren: de muziek van Arvo Pärt? Wie is dat? Wat levert dat op? Wat zeg je me nou, moet er geld bij? Afschaffen! En reeds staat Jan Smit en die hele Volendamse ballentent in Den Haag te boek als de enig ware eigentijdse cultuur.
Eerlijk gezegd vind ik ‘mijn’ betekenis van het woord ‘economiseren’ mooier dan de uit het Frans geleende. Economiseren doen we in de huidige samenleving namelijk niet alleen met kunst en cultuur, maar bijvoorbeeld ook met sport en gezondheid, met onderwijs, met natuur en milieu. Economiseren dat is de eindfase van de hele rommelzolder vol meetresultaten, kengetallen, Citotoetsen, competenties, planningen, kwantiteitsbonussen, efficiëntieratio’s, budgeteringen, controles, inverdieneffecten ...
En economiseren is ook wat staatssecretaris Bleeker (van natuur!) doet met vier Natura2000-gebieden in Gelderland, Twente en Utrecht. Hij heeft het nagemeten en constateert dat ze volgens hem geen grote natuurwaarde hebben. Bovendien staan ze de economische ontwikkeling van het agrarisch bedrijfsleven in de weg en dus voeren we ze gewoon van de lijst af. Ècht economiseren is natuurlijk om landbouwgrond aan te kopen voor Natura2000 om dezelfde grond na enige jaren weer van die lijst te schrappen en terug te geven aan het bedrijfsleven, nietwaar meneer Bleeker?