Column De Gelderlander | donderdag 9 februari 2017
Het idee was kenmerkend voor het interbellum. Tussen 1918 en 1939 manifesteerden arbeiders en andere achtergesteld gebleven bevolkingsgroepen, zich krachtiger dan ooit tevoren in bewegingen die verheffing nastreefden. Dat gold bijvoorbeeld ook voor de bewoners van het platteland.
Gedachten die vorige week door mijn hoofd schoten bij de voorbereiding van een spreekbeurt voor de Varsseveldse afdeling van ‘Vrouwen van Nu’, de voortzetting van de ‘Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen’, in 1930 opgericht als ‘Nederlandse Bond van Boerinnen en andere Plattelandsvrouwen’. Die bond had als ideaal ‘de belangen van plattelandsvrouwen in den ruimste zin’ te bevorderen.
De club heeft steeds nieuwe generaties leden weten te boeien door talloze culturele en maatschappelijke thema’s te combineren met een sterk gevoel van onderlinge verbondenheid. Ik noem het maar de ‘gezelligheid van de herkenbare groep’. Dat klinkt conservatiever dan het is: inhoudelijk lijkt juist de moderniteit van ‘Bildung’ de VvN-motor aan te drijven. Het verklaart ook de stabiliteit van zo’n oude club: de afdeling heeft maar liefst 240 leden en groeit. Gestaag de toekomst in!