Column De Gelderlander | donderdag 11 februari 2016
Zo langzaamaan kom ik op de leeftijd waarop je moet uitkijken dat je geen ogen in je achterhoofd krijgt. U kent het wel, van die achteruitkijkogen, die ‘vroeger-was-alles-beter-ogen’. Ik zei dat niet zo lang geleden nog tegen een leeftijdgenoot. Hij dacht dat de treinen vroeger altijd op tijd reden omdat vroeger op het spoor álles ‘gewoon’ beter was. Je had toen ook nog ‘gewoon’ een wc in de trein. En dat allemaal omdat onze Nederlandse Spoorwegen nog niet op de markt lagen. |
Daar zit eigenlijk de crux van het hele verhaal. Niet bij vroeger of nu. Misschien een beetje bij meer of minder markt, maar vooral bij dat simpele woordje ‘gewoon’. Want als je vraagt naar de wringende schoen deugt het hele paar niet, zowel rechts als links. Rechts zegt dat overheid en politiek zich nergens mee hadden moeten bemoeien en dat De Markt ‘gewoon’ zijn werk had moeten doen. Links meent juist dat die markt zich niet had moeten bemoeien met ons openbaar vervoer want dat hoort ‘gewoon’ in bezit te zijn van Het Volk.
Die standpunten komen ‘gewoon’ nooit tot elkaar. Op twee wringende schoenen kun je niet lopen, al maak je er sandalen van. Dan blijf je polderen. Wat meestal prima is maar in dit geval tot ‘modderen’ verwordt. Dan houdt de patient zijn kinderziektes tot ver na z’n honderdste.
Welke econoom verzint nu eens een ‘gewoon’ goed werkende ‘Volksmarkt’?