Column voor de AOV-bijlage van Oude IJsselstreek Vizier | 2013.08.07 [2013.06.13]
En als het dan op donderdagavond in volle hevigheid losbarst lijkt het ineens toch op die zomerbui. Na de optocht, zittend op een dorpsterras de enorme stoet van wandelaars en fietsers zien passeren richting feestterrein ... U begrijpt, mijn warme gevoelens voor onze jaarlijkse dorpsfuif zijn divers, maar ze lopen altijd hoog op.
Feitelijk is dat heel bijzonder. Meer dan eens stonden wij met vrienden en bekenden tijdens de hoogtepunten van die augustusdagen - uiterst goedgeluimd - de feestelijkheden te analyseren en kwamen dan tot de conclusie: ‘t is eigenlijk niks’. Begrijp mij goed, het is natuurlijk niet ècht niks. Er is vooraf een mega-investering in tijd, werk en aandacht. Maar in vier dagen is het voorbij. Inderdaad, net als die zomerbui.
En precies daarin schuilt het geheim. In het prettig gestoorde, het licht absurde levensgevoel dat zich in augustus van ons meester maakt. Het is voor veel buitenstaanders iets onbegrijpelijks. De AOV schept prachtige voorwaarden om er iets moois van te maken, maar dat máken, dat doen wij zelf. Wij, het volk. Dát is het geheim.
Ik ben dan ook blij dat pogingen uit het verleden om er een andere naam aan te geven strandden. Niks ‘Zomerfeesten’, gewoon Volksfeest! Waarom? Kijk naar andere dorpen en stadjes waar is geprobeerd het jaarlijkse volksfeest in een quasi ‘modern jasje’ te hijsen. Niet zelden zie je dat stranden in overvloedige commercie en zogenaamde ‘professionalisering’ die neerkomt op de uitschakeling van het plaatselijke volk. Dat mag alleen nog komen consumeren: stevig geld uitgeven. Of dat volk nog ‘volks’ plezier beleeft is in de breinen van organisatieprofessionals vaak een blinde vlek.
Dat doen we hier gelukkig anders.
Zijn we hier dan stil blijven staan? Natuurlijk niet. Integendeel, het feest is door de jaren heen op een geweldige manier ‘met de tijd meegegaan’. Sommigen zeggen ‘het is professioneler’ geworden’. Ik vind ‘t prima. Punt is: dat is altijd op een organische manier gebeurd, stap voor stap en vooral steeds van het volk - voor het volk.
Zodra die zogeheten professionaliteit van bovenaf over de dorpsbewoners wordt uitgestort - slikken of stikken - ben je hen kwijt. En daarmee de geest van het feest. Het ziet er in Varsseveld gelukkig niet naar uit dat ik dat moment ooit mee hoef te maken. Tegen de tijd dat u dit leest heb ik al dat maartse gevoel: ‘t kump d’r an! Ik wens ons allemaal ‘een mooie zomerbui’.