Column De Gelderlander | donderdag 4 mei 2017
Wekenlang wandelde ik, raapte dode takken op, knipte ze in ‘de bos’ op maat en nam ze mee naar huis. Medewandelaars zagen de activiteit vermoedelijk met lichte verbazing aan. Op een dag vroeg Patrick Vinkenvleugel van de Breedenbroekse Zorgboerderij Het Liessenhuus, tussen neus en lippen door, naar de vorderingen en de maten van de takjes. “Een centimeter of dertig en 2 tut 20 milimeter dikke. Umsgeveer, kump niet zo nauw”, antwoordde ik.
Drie weken later verraste hij me met kratten vol täkkere, die deelnemers van Het Liessenhuus met zorg uit het reguliere snoeiwerk hadden geknipt. Hartverwarmend. Direkter kun je de participatie van de sociale omgeving van de kunst niet krijgen!