Column ‘Door Achterhoekse Ogen’ | De Gelderlander | zaterdag 28 juni 2014
Toen Bouwe de zaak net van zijn ouders had overgenomen veranderde het Friese platteland. Het watertoerisme groeide en menigeen rook kansen. Zo ook een boerenzoon die aan de rand van het dorp woonde. Hun boerderij was te klein geworden voor een moderne agrarische bedrijfsvoering. Maar de ligging aan het meer bracht hem op een idee. Hij verbouwde het geheel tot ‘Grand Café Meerstede’. Bouwe vroeg zich af of dat allemaal zomaar kon, maar de horecapapieren waren in orde en in het belang van het toerisme waren provincie en gemeente bereid om ‘snel en onbureaucratisch’ te handelen. Hij legde zich er sputterend bij neer en met het idee dat zijn kroeg er na al die jaren heus niet onder zou lijden, sliep hij er geen nachtje minder om.
Een jaar of vijftien hield hij het nog vol, maar de ‘nieuwe toeristische impuls’, zoals een provinciebestuurder het Grand Café bij de opening noemde werkte inderdaad wonderbaarlijk stimulerend. De ene na de andere taveerne opende de deuren. Voor het dorp braken schone tijden aan, maar Bouwe had geen zin om zich aan de vernieuwingen aan te passen. “Het zijn andere tijden”, mopperde hij.
Tenslotte kon hij nog tevreden zijn dat het pand bij verkoop veel meer opbracht dan waarop hij rekende. Hij ging ‘rentenieren’, zoals zijn grootvader dat ook had gedaan. Over hem werd in de familie altijd met veel respect gesproken. Het leek Bouwe als ‘oud-ondernemer’, zoals hij zich nu noemde, wel een passende toekomst. Over zijn grootvader zei het dorp nog dat hij de schaapjes op het droge had, bij Bouwe zeiden ze achter zijn rug om dat hij de bloemetjes behoorlijk buiten zette.
Dat het inderdaad ‘andere tijden’ waren ontdekte hij een paar jaar later toen zijn rentegevend kapitaal danig was geslonken. Via een bevriende relatie hoorde hij dat er in een leuk ‘ingeslapen’ Achterhoeks dorpje een café te koop was. “Het bloed kruipt waar het niet gaan kan”, zei Bouwe. Maar dat zijn Friese bloed ooit nog eens zou kunnen aarden in de Achterhoekse bossen had hij zelf ook niet voor mogelijk gehouden.
“De mensen hebben hier tenminste nog respect voor een authentiek dorpscafé”, zegt hij tegen een oude vriend uit het noorden die hem vandaag is komen opzoeken. “En ‘t is WK, dus ik heb de zaak verleden week even omgetoverd tot oranjebastion van ‘t dwarp”.