Column voor 'Goed uit in de Achterhoek' | lente 2013
Zeker, wij willen graag weten met wie wij van doen hebben, maar pas ná een inleidend ritueel. Stapt u direct op een Achterhoeker af met de vraag ‘waor bun i-j van’, gaat het fout tussen u beide. U mist zo een belangrijk onderdeel van het ritueel. Met de deur in huis vallen is een opening die de Achterhoeker ijskoud laat. U slaat dan namelijk de kat over, waar u in redelijkheid tijd voor dient te reserveren. Pas als u deze decent uit de boom hebt laten kijken kunt u zoetjesaan uw thema opwerpen. Katten laten zich charmeren door koetjes en kalfjes.
Andersom bewandelt een Achterhoeker eenzelfde weg. U meent dat uw nieuwe Achterhoekse buurman ‘even snel’ kennis komt maken? Denk dan na een kwartier vooral niet dat het zojuist aangevangen gesprek enkel over de vroege zomerhitte zal gaan. Hij geeft u op dat moment genereus gelegenheid voor kat en boom. Mogelijk dat hij zich weer een kwartier later reeds afvraagt ‘waor i-j feitelijk van bunt’. Mocht, na opnieuw een kwartiertje, zijn weging negatief uitvallen zal hij zeggen: “ik mot maor‘s wieter”. U in verwarring achterlatend: waar gíng dit over? Bij een positieve wending zal hij echter zónder omhaal de kern raken: “Buurman wet i-j dat ow schure in de brand steet?”