Column voor 'Tempo' | clubblad van Sportclub Varsseveld | februari 2011
Hoewel ... Midden jaren tachtig verloor PSV een competitiepotje van Feyenoord. In dat seizoen leek de Brabantse club onverslaanbaar omdat ze weer eens de mooiste en duurste aankopen hadden gedaan van allemaal. Studio Sport vroeg Simon Tahamata, die toen in Rotterdam-Zuid was neergestreken, na afloop naar een analyse van de tegenstander. Simon zette zijn breedste grijns op en vatte zowel sterkte als zwakte perfect samen in drie woorden, voorzien van Tiels/Rotterdams accent: “Kope, kope, kope”.
Dat is zo’n vijfentwintig jaar geleden. ‘Kopekopekope’ had een standaardterm in de voetballerij moeten zijn. Inhoudelijk is dat natuurlijk al zo, het wordt alleen nog niet zo treffend benoemd.
In- en verkoop van spelers geeft voortdurend aanleiding tot felle discussies. Niet alleen in de hoogste regionen van het profvoetbal, ook bij sommige over-ambitieuze ‘amateurs’. Meestal gaat het dan om de individuele klasse van een aan- of miskoop. Maar waar het natuurlijk vooral om zou moeten gaan is dat ‘kopekopekope’ de grootste kapitaalvernietiger is in het hedendaagse topvoetbal. Dat is beangstigend, want wat op de zolder gebruikelijk is wordt meestal door de kelder overgenomen.
Dat ook in het amateurvoetbal met geld wordt gestrooid is niet nieuw. ‘Onder tafel’, heette dat vroeger, maar je kunt tegenwoordig als het ware rechtop onder die tafel door kijken. Dat mooie, oude amateurclubs massaal op de fles zullen gaan, is vooralsnog een spookachtig toekomstbeeld. Er is nog tijd om na te denken over een gezondere toekomst.
Zo denk ik dat een echte klasse-indeling op niveau van clubbudget een basismaatregel zal worden. De voetbalindustrie die in Nederland op twee niveau’s werkte, amateurs en (semi-)profs, heeft met de Topklasse een derde niveau gekregen, waarin de ‘officiële half-amateurs’ om de prijzen strijden. Om ongelimiteerd kopekopekope-gedrag in te tomen, moet er in de nabije toekomst wellicht nog een niveau tussengevoegd worden, zeg maar, de kwart-amateurs.
Gaan de spelersprijzen dan niet nog verder omhoog? ‘Tuurlijk, maar het ziet er helaas naar uit dat je in onze tijd verziekt marktgedrag nu eenmaal alleen nog maar kunt uitbannen met méér marktgedrag. De zieken en zwakken ten spijt.