Column De Gelderlander | donderdag 24 maart 2016
Voor de Kunstwandelroute op landgoed Enghuizen die vanmiddag in Hummelo wordt geopend had ik een ruimtelijke verbeelding willen maken van ‘Keerhoop’. Dat is het ‘eenwoordgedicht’ dat ik in 2012 inleverde voor een project van kunstenaar Jan Opdam. Hij verfraaide toen een 19e-eeuwse tuinmuur met eenwoordgedichten uit oud ijzer. |
Want het woord ‘Keerhoop’ heeft een grotere lading dan alleen dat aangeveegde heuveltje. Het was voor mij dus ook altijd al een gedicht. Omdat er zoveel associatieve kracht in zit. Neem nu het ‘keren van hoop’. Hoe mooi klinkt dat, al weet ik niet eens of je hoop wel kunt keren. En juist daaróm: woordgenot! Er spreekt eeuwig optimisme uit en dat kunnen we hier in het ondermaanse maar wat goed gebruiken. Hoop lijkt in onze woelige tijden immers vaak de kracht die ons nog wat troost kan bieden, samen met geloof en liefde.
Maar hoe lang kun je hopen? En dan komt dat woordgedicht ‘Keerhoop’ met het optimistische antwoord: keer de hoop nog eens. Zoals vroeger een jas werd gekeerd, zo hergebruik je hoop. En het mooie is dat hoop, net als geloof en liefde, eeuwig keerbaar, herbruikbaar is. Dus is de Keerhoop voor mij ook de terp van de droge voeten, het warme hart en de open geest van de polder.
Zeker na de bommen die dinsdag in Brussel juist afgaan als ik deze laatste paar zinnen hier opschrijf.