Column ‘Door Achterhoekse Ogen’ | De Gelderlander | zaterdag 31 juli 2010
Misschien heeft het te maken met zoiets als ‘het plattelandsgevoel’. Het zou kunnen dat dit meer in het bijzonder voor mij als Achterhoeker en plattelander geldt. Maar wellicht herkennen Hollandse stedelingen het ook: Zweden is een ‘plattelandsland’.
Er wonen natuurlijk ook veel Zweden op dat vaak dunbevolkte, enorme platteland. Bovendien hebben zij die in de steden wonen er vaak nog een sterke binding mee. Op zoek naar hun roots trekken zij graag en veel naar buiten. Ze hebben er een huisje, ze kamperen, kanoën, skieën en wandelen. In het seizoen je eten uit de natuur halen - bessen, wilde aardbeien en paddestoelen plukken, vissen - het lijkt voor een Zweed eenzelfde ‘nationale drang’ als voor ons het schaatsen als er ook maar even ijs ligt.
‘De Zweed heeft het karakter van een bosbewoner’, schreef de auteur Vilhelm Moberg al eens. En hoewel ik de Achterhoekers nu niet direct bosbewoners zou willen noemen, zie ik - op het gevaar af te generaliseren - wel degelijk overeenkomsten.
Bij beiden zie ik ook dezelfde merkwaardige tegenstellingen. Enerzijds hebben zowel Zweden als Achterhoekers een zekere gereserveerdheid ten opzichte van anderen, even de kat uit de boom kijken. Anderzijds heerst zowel in Zweden als in de Achterhoek een groot gemeenschapsgevoel. Je zou denken dat je met die eerste karaktertrek nou niet direct een hechte gemeenschap kunt vormen. En toch lukt dat wonderwel.
Een andere ogenschijnlijke tegenstelling waar Zweed en Achterhoeker vaak op bijzonder harmonieuze wijze mee om gaan: traditie versus vooruitgang. Hoezeer ze ook plattelander zijn, ze hebben beide al vroeg een industriële ontwikkeling omarmd. In alle rust, overzichtelijk en organisch werken aan de vooruitgang.
Maar kom hen niet aan hun tradities! Overal in Zweden kwamen we de - inmiddels wat verlepte - meibomen tegen waaromheen in juni de midzomernachtfeesten werden gehouden. Overal zagen wij de festiviteiten aangekondigd die traditioneel rond het einde van de oogst worden gevierd. In de Achterhoek zijn de volksfeesten weer begonnen. Ze zijn gebaseerd op eenzelfde oude traditie: het feestelijk markeren van de overgang van zomer naar herfst. Die dorpsfeesten zijn van enorm belang voor dat gemeenschapsgevoel. En hoe gereserveerd ze vaak ook zijn, als het op dat soort feesten aankomt stromen zowel Zweden als Achterhoekers plotseling over van levenslust.
Ik denk wel eens dat de plattelandscultuur zich ten opzichte van de stedelijke cultuur verhoudt als de korenmolen ten opzichte van de olieraffinaderij. Het is mijn persoonlijke beperking natuurlijk, maar die windmolen begrijp ik tenminste.