Column ‘Door Achterhoekse Ogen’ | De Gelderlander | zaterdag 10 september 2011
Dat is natuurlijk onzin. De omgekeerde wereld. De brengers van nare boodschappen over weer en klimaat fabriceren geen lagedrukgebieden en ook geen broeikasgassen. Ze meten slechts hun effecten. Vervolgens proberen zij er, wetenschappelijk verantwoord en onafhankelijk van klagende landgenoten of broeikasgasproducenten, de verwachtingen voor de komende dagen, weken of zelfs decennia op te baseren.
Maar ja, resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst.
Al lijkt VVD-woordvoerder voor milieu en energie René Leegte over die onafhankelijkheid van ‘De Bilt’ heel anders te denken. Hij pleitte er eind juni voor om het Koninklijk Instituut in de uitverkoop te zetten. René had z’n natte vinger in de wind gestoken en kwam tot de conclusie dat 20% - zegge: Twíntig Procent - van de wetenschappers van het KNMI niét onafhankelijk is.
Zó, mien duch, hoe smek ow den!
Die meteorologen hadden het bestáán om te meten dat de uitstoot van CO2 door mensen bijdraagt aan opwarming van de aarde. Een garantie voor de toekomst geven zij daarmee niet af, maar de kans dat méér menselijke CO2-uitstoot tamelijk rampzalig is voor het leven op onze planeet is, wetenschappelijk gesproken, niet ondenkbaar. Da’s geen fijne conclusie.
Heel naar voor onze economie vooral. Als het waar is wat die wetenschappers beweren, zullen we meer geld ‘kwijt zijn’ om uitstoot te voorkomen. Ten koste van de winsten die zoals bekend doorlopend flink dienen te stijgen. Dalende winsten betekenen in onze tijden namelijk automatisch crisis. Met alle narigheid van dien.
Begrijp mij goed, ik zit echt niet op nóg meer crisis te wachten. Ik word er nu al zo mismoedig van. Maar dat René Leegte een economische crisis tracht te voorkomen door ons KNMI te betichten van subjectieve metingen is de werkelijkheid omdraaien.
Ik mag hopen dat onze volksvertegenwoordiger, als hij niet voor de bühne praat, wijzer is. Nu doet hij mij denken aan de voorspellers die ieder jaar weer beweren dat we een strenge winter krijgen omdat er zoveel beukenootjes zijn. Voor eens en voor altijd: er zijn veel of weinig beukenootjes omdat er in voorjaar en zomer goede of minder goede weersomstandigheden waren voor de beuk.
En nu we toch bezig zijn, misschien moeten we nog eens iets omdraaien. Wat is er in deze herfstige zomer eigenlijk aan het licht gekomen? Is er een systematische economische crisis gaande of een crisis van het huidige economische systeem?
En nog één: slecht weer bestaat niet, er bestaat alleen verkeerde kleding.