Column uitgesproken op de Robert Gesink Fanmidag | zondag 24 november 2013
Voor de nóg jongeren: Bazooka Joe - ‘Bazookajóe’ dus - was de stripfiguur op een mierzoet, roze blokje kauwgum. Dat wil zeggen, op het wikkeltje dat je aanspoorde om lid te worden van de ‘Bazookajóefanclub’. Alsof ‘Bazookajóe’ himself jou vroeg om zijn maatje te worden! Een fijn plan natuurlijk! Ik stuurde drie wikkeltjes op en werd fan. Prompt viel er zó’n enorme bult mierzoete aanbiedingen van ‘Jóe’ op de deurmat dat ik ‘t mijn ouders niet eens kwalijk nam dat ze onverwijld mijn lidmaatschap opzegden.
Van de weeromstuit raakte ik de opdringerige kauwgum zelfs niet eens meer aan. Gevalletje mismarketing waarna het tussen mij en de fanclubs ook niet meer goed kwam.
Totdat déze Robert Gesink Fanclub vijf jaar geleden startte. Ik moet zeggen, heel actief ben ik niet, daarvoor ontbreekt voortdurend de tijd. Ik ben meer zo’n ‘op de achtergrond meelevend lid’ zeg maar, zoals dat voor veel mensen zal gelden. De website bekijken, Robert’s columns lezen, dat soort stille vreugde. Deze club wekte meteen een goed gevoel op en dat heeft alles te maken met Robert zelf. Zijn inmiddels veelbesproken Achterhoekse nuchterheid sprak mij direct aan, al gáát het natuurlijk om zijn daden op de fiets.
Warme gevoelens als ik ‘s zomers drie weken lang dagelijks de Tour op de tv móet zien. Buugen of basten! Druk, eigenlijk geen tijd? Tijd is prioriteit: nu eerst even de Tour! Trouw meereizende fanclubleden noemen het fan zijn zelfs een ‘virus’. Ze vertellen prachtige verhalen over de avonturen - én avonduren - die ze hebben meegemaakt op hun trips naar Tour, WK en Olympische Spelen. Tot óver de grote plas stonden sommigen langs het parcours!
Zelf kwam ik live niet verder dan de Amstel Gold Race, maar het is de vraag of ik er zonder Robert’s inbreng ooit zou zijn geweest. Het dagje Valkenburg met de fanclub maakte zoveel indruk dat ik er meteen een column over schreef. Zo bezien is de Cauberg zo goed als de Mont Ventoux. En dat geldt voor alle fans in deze club.
Dit voorjaar wilde ik weer naar de flanken van de Cauberg, maar mijn agenda bleek op 14 april te weerbarstig. Bovendien, Robert liet ónze klassieker schieten! Tot teleurstelling van ons allemaal, al had hij er ongetwijfeld goede redenen voor.
Maar goed, nu ik hier toch sta, beste Robert - mede namens alle andere fans - wil je er de komende jaren alsjeblieft weer bij zijn?
Ik bedoel, we hebben dat fantastische filmpje van afgelopen september allemaal minstens honderd keer bekeken. We kennen het verbaasde commentaar uit ons hoofd: “That looks like Gesink comin’ across ... Gesink kicks hard ... But it’s Gesink with the win!” Of zoals de Achterhoeker het zegt: “Dat jong vuurn den Sagan jô kats uut ‘t rad!” We krijgen er niet genoeg van. Nu nóg: tranen in de ogen van emotie, echt waar.
Alleen ... ik bedoel ... ik wil niet ontevreden lijken, helemaal niet ... maar ... Québec is voor ons zo vér Robert. Daar in Valkenburg alleen maar méédoen vinden we al zo prachtig. Jij op die Limburgse pukkels. Vijlenerbos, Sibbergrubbe, de Wolfsberg, de Eyserbosweg, de Keutenberg, en dan ... die derde razende beklimming der Cauberg. Dat is toch poëzie Robert. Dat is toch púre wielerpoëzie waarin jij mag rondrijden!
Alleen maar meedoen, meer vragen we niet als fans. Wij wíllen niet eens dat je meer doet ... Nou ja ... als je ‘t echt niet zou kunnen laten ... eventueel ... Nou vooruit dan ... je mag ‘m zélfs winnen. Nemen we die maandag wel een snipperdag.