Column ‘Door Achterhoekse Ogen’ | De Gelderlander | zaterdag 8 juni 2013
Groot, groter, grootst moet je denken als het over Europa gaat. Dat was de missie van Mozer. Ik kreeg ‘m van mijn opa mee. Een boodschap uit een tijd dat mensen nog ‘idealen’ hadden. Idealen gebaseerd op de eigen ervaring, op het ‘getuige zijn geweest van de geschiedenis’. De schaduwen waar overheen moet worden gesprongen kunnen nooit zo groot zijn als de schemer die het nationalisme over dit continent kan brengen. Kom daar nu nog eens om. Ik blijf vurig voorstander van een verenigd ‘Europa’. Realistisch genoeg om te beseffen dat stap voor stap de methode is. Bijvoorbeeld door in onze Euregio stap voor stap de grens te slechten. Maar als ik de laatste tijd in de krant het ene voorbeeld na het andere lees waarbij de geest van de tijd precies de andere kant op lijkt te waaien, word ik er moedeloos van. Afgelopen donderdag nog: ‘Grens stopt ambulance’.
Klein, kleiner, kleinst.
Dat dacht ik twee weken geleden ook na lezing van het artikel ‘Duits blijft probleem’. De poging om ‘im Grenzbereich’ dichter bij elkaar te komen is mooi. Maar de reactie van burgemeester Kaiser over de noodzakelijke afslag op de A3 was van benauwend klein, lokaal alooi: “Ik besefte ineens dat die afslag ook belangrijk kan zijn voor de industrie in Doetinchem”, citeerde het artikel. Hoe lang gaat zijn opvolger er over doen om zoiets te beseffen, vroeg ik mij af? Het zou helpen als burgemeesters ‘beiderseits der Grenze’ eens over die lokale schaduwen heen zouden kijken. Als ze zich eens wat fundamenteler in de kracht van onze Euregio zouden verdiepen.
Vorige week zaterdag was ik op een ouderdag van de Universiteit Twente, inderdaad, op ‘Drienerlo’. Veel studenten komen uit het Euregiogebied aan weerszijden van de grens. Ik had een klein gesprek met een mede-ouder uit Münster. Halb auf Deutsch, half Nederlands. Beide waren wij enthousiast over de Euregio en over ‘Ons Europa’, dat grootse continent van hem en mij. De moedeloosheid werd minder, het uitzicht weer helder.