Column ‘Door Achterhoekse Ogen’ | De Gelderlander | zaterdag 8 januari 2011
“Morgen moest het er maar eens van komen”, had hij tegen zijn vrouw gezegd toen hij de dag ervoor thuis kwam. Op internet had hij de laatste maanden alles gelezen en bekeken wat er te vinden was over de digitale spiegelreflexcamera, de D-SLR. Hij had lijsten gemaakt op ruitjespapier. Specificaties, voor- en nadelen van merken, modellen, lenzen en accessoires. Overzichten vol horizontale en vertikale lijnen met plus- en mintekens, kruisjes en nullen. Net als vroeger, toen ze de boekhouding op kantoor nog met de hand deden.
Hij had prijzen bekeken, ze gewikt en gewogen en besloten dat hij tot zo’n vijftienhonderd euro wilde gaan. Maar als het voor twee- of driehonderd minder kon ... De fotowinkelier moest hem maar adviseren, dat was tenslotte de vakman.
Eigenlijk had hij de camera voor Kerstmis willen kopen. Hij had zelfs gerepeteerd: de winkel binnenstappen en zeggen: “Goedemiddag, ik wil graag een digitale spiegelreflex.” Niet te triomfantelijk. Maar wél laten weten dat hij zich niet zou laten afschepen met een type dat de winkelier toevallig de hoogste marge oplevert.
Hij wist wat hij wilde. Hij had zijn keuze tot twee modellen beperkt. Hij had de aankoop alleen nog uitgesteld omdat een collega hem een megawinkel in de stad had aangeraden. Veel goedkoper. Hij twijfelde. Natuurlijk had hij die prijzen ook gezien. Maar wat als er iets niet deugt? Wat als hij er mee terug moest? Zouden ze hem dan nog wel kennen in zo’n zaak? Gisteren op kantoor had hij het er weer over gehad. “Dat spul is zo goed tegenwoordig, daar kan nooit wat mee mis”, had zijn collega gezegd ...
Later die zaterdag stapt de man uit de trein en wandelt naar het adres dat zijn collega hem gaf.
De zaak is overweldigend. Hij moet twee trappen op om bij de afdeling met de camera’s te komen. Vitrines vol met alles dat hij de afgelopen tijd op het internet heeft leren kennen.
Een joviale jonge verkoper spreekt hem aan. “Een héle goede morgen meneer! Wát kan ik voor u doen?” De man legt precies uit wat hij wil. De verkoper zet hem de twee modellen voor. “Maar ik wil u toch ook déze camera’s nog even laten zien.”
De man voelt een irritatie opkomen. Hij weet wat hij wil. Hij neemt één voor één de specificaties nog eens door met de verkoper. Die zegt alleen maar “Absoluut!” en “Helemaal correct!” en “Mee eens!” en hij noemt hem voortdurend “Meneer”.
Een uur later zit de man in de trein naar huis. Zonder camera. “Zou dat nog wel bestaan,” denkt hij, “een fotovakman?”