Column voor 'Tempo' | clubblad van Sportclub Varsseveld | maart 2013
Nu ken ik dat fenomeen in Doetinchem, maar als liefhebber van de entourage kan ik mij in geval van beroerd spel altijd wel vermaken met de tribunecommentaren. Zoals de Braamtse dialoog na ellenlang pingelen van één der Zebra’s, eindigend in de onvermijdelijke vastloper: luidkeels riep iemand ergens ver boven mij: “Sint Joris vief!” Drie rijen lager schreeuwde een ander terug: “Wi-j hebt d’r maor vier in Braomt.” Waarop de eerste weer: “Wet ik Gert, maor dan kan’e veur zichzelf beginnen.” De betere tribuneconference zou ik zeggen.
Vanzelfsprekend snapt de trainer er ook alweer geen bal van, en de voorzitter al helemaal niet. Nou zijn twaalf ploegbazen in dertien jaar tijd voor de tribunista’s natuurlijk ook niet meer te behappen. Datzelfde geldt voor de bezettingen van de bestuurskamers aan de Lijsterbeslaan. Waarbij het ene uiteraard nauw samenhangt met het andere. De Achterhoekse Riemer van der Velde of Jan Smit zijn nog in geen velden of wegen te bekennen. Ik noem met name deze twee, omdat Heerenveen en Heracles Almelo clubs zijn die in meerder opzichten vaak op één lijn werden gezet met De Graafschap. Ook het doel dat ze zich ooit stelden was vergelijkbaar: het middelpunt zijn van de Eredivisie.
Het verschil zit ‘m in de stabiliteit waarmee men dit doel trachtte na te streven. Om het in plattelandstermen te stellen: de warme paardenstallen die in Friesland en Twente werden opgetrokken zijn onvergelijkbaar met de tochtige duiventil van het Achterhoekse profvoetbal. Al moet ik er bij zeggen dat ze in Heerenveen het spoor nu ook een beetje bijster lijken te zijn. De tribunes in het Abe Lenstra Stadion morren.
En dan ben ik terug bij de titel van dit stukje. Ooit zei minister van defensie Henk Vredeling “Congressen kopen geen straaljagers”, doelend op het PvdA-congres, dat tegen de aanschaf van de F16 was. Dat zouden de stuurlui aan de wal - op de tribune in dit geval - ook eens moeten bedenken. Voor een beetje rust in de tent helpt het niet als er al na drie verloren potten met zakdoeken wordt gezwaaid. Pieter Huistra is een goeie voor de Graafschap, laat hem nou eens rustig doorbouwen. Nu nog een stabiele grootvader/-moeder als voorzitter en dan D’ran.
Overigens, voor de laatste keer zou ik zeggen, want als het in de toekomst echt wat moet worden zou het zinnig zijn die strijdkreet ook maar eens over boord te zetten. Kill your darlings! ‘Profvoetbal’ is toch waarachtig wel meer dan alleen maar ‘mouwen opstreupen en kiekn wat’wördt’.